7 juli 2014
|
Door:
Marieke
Aantal keer bekeken
1517
Aantal reacties
Berlijn,
Duitsland
a
A
100 redenen - deel 6
#51. Een hele belangrijke voor mijzelf: de realisatie dat je dingen kunt bereiken zolang je maar wilt. Dat geldt voor het hele avontuur op zichzelf; sinds ik Berlijn ontdekte en besloot Duits te studeren, wilde ik in Berlijn studeren. Vanuit mijn studie aan de Radboud werd ik daar niet heel erg toe gepusht (de lichting na mij moest verplicht een semester naar het buitenland), maar de wens bleef stilletjes in mijn achterhoofd dwalen. In mijn laatste bachelorjaar was er geen mogelijkheid voor mij om naar het buitenland te gaan, dus toen mijn master begon, wist ik: dit is het moment. Als ik het wil, moet ik het nú doen. En zowaar, ik ondernam de stap en kijk waar ik nu ben. Over twee weken kom ik terug naar huis, als alles goed gaat met 30 studiepunten op zak. Dat nemen ze me nooit meer af.
#52. Doorzettingsvermogen. Want dat is wat ik hier veel nodig heb gehad en dus ook getraind(?) heb. Hoeveel momenten er zijn geweest dat ik op het punt stond mijn spullen te pakken en naar huis te gaan (met de trein, met het vliegtuig, met de fiets, ik zou lopen als het moest), weet niet eens mijn moeder. En dan vind ik het best stoer dat ik toch ben gebleven. Ik hield me dan maar vast aan de gedachte dat het nooit langer dan een maand zou duren voor ik weer iemand bij me had die ik heel erg miste en op dit moment leef ik heel erg naar de komende twee weekenden toe. Soms is het dan moeilijk om ín het moment te leven want jemig, meis, je bent in je lievelingsstad, hier wilde je zo graag naartoe! Ik denk dat ik achteraf zou willen dat ik minder had getreurd, maar het komt zoals het komt en van de stad genieten doe ik hoe dan ook wel – soms iets meer dan op andere momenten.
#53. Nog een wijze les geleerd: uitstellen is een dooddoener. Als je je opdrachten blijft uitstellen, graaf je je eigen graf. Niets is frustrerender dan op het laatste moment als een malle te moeten gaan schrijven. En oh, wat is het fijn om een maand voor de deadline alles af te hebben, je laptop op te starten en te simsen of series te marathonnen. Dit ga ik vaker doen.
#54. Gisteren sprak ik met een docente van me en ze vroeg me of ik het wel leuk had gehad in Berlijn (ik vertelde haar over mijn heimwee). Ik moest bekennen dat ik het af en toe moeilijk had gehad, maar heb haar ook bedankt voor colleges want zo aan het einde van de rit kan ik een aantal conclusies trekken en ééntje is dat ik hier (academisch) zóveel geleerd heb. Dingen die ik voor geen goud had willen missen en die me sterk motiveren om verder te leren. Ik wil meer weten!
#55. Ik weet eindelijk hoe mijn eigen huis voor anderen ruikt. Als je daar zelf een tijd niet komt, en dan ineens weer wel, merk je – verrek, mijn huis heeft inderdaad een eigen geur. Of het nou het wasmiddel, het schoonmaakmiddel of iets anders is, het is een fijne geur en inderdaad ‘thuis’. Sowieso merk ik dat ik een vrij sterke reukzin heb – en geuren aan personen of herinneringen koppel. Als er iemand naast me in de bus staat met Joost z’n parfum springen de tranen me in de ogen – niet omdat ik niet tegen de geur kan ;), maar omdat ik hem zo mis. Geldt ook bij Roel.
#56. Ik heb geleerd hoe lang de tijd kan duren en hoe snel deze voorbij kan gaan – kortom: tijd is relatief. Op avonden als deze, als ik echt hele erge heimwee heb, lijken de minuten voorbij te kruipen. Denk ik echter aan de eerste week hier (die over twee dagen alweer exact vier maanden geleden is), dan lijkt dat wel vorige maand. Ook de weken waarin ik veel moest voorbereiden voor de colleges vlogen voorbij, simpelweg omdat ik zoveel te doen had. Maar nu is de druk van de ketel, ik moet mijn tijd ‘uitzitten’ en natuurlijk ga ik die tijd invullen met leuke dingen, maar oh, laat me alsjeblieft naar huis gaan ;)
#57: Was ik niet naar Berlijn gekomen, dan had ik nooit geweten op welke bijzondere, creatieve, achterlijke, maar bovenal leuke manieren mijn naam uitgesproken kan worden. Niet alleen mijn docenten maken er iedere week weer een feestje van, ook mijn huisgenoten kunnen er wat van (mijn achternaam heb ik het over). Ik ga stuk.
#58. Hernieuwde waardering voor mijn ouders. Ik heb het al eerder genoemd, maar wat is het een bult werk om je eigen stekkie bij te houden. We hebben hier een poetsservice, maar die doet niet veel meer dan even een doekje over het keukenblad en desinfectiemiddel in de wc. Je zult toch echt zelf de was moeten doen, iedere dag moeten koken, je bed verschonen, de vloer dweilen, kastjes afdoen… Pfff… Mama, als je het niet erg vindt, doe ik dat de eerste week even niet.
#59. Nieuwe recepten leren. Ook dit heb ik al eerder genoemd, maar het leuke is nu dat mijn huisgenootjes en ik daadwerkelijk recepten uit elkaars culturen hebben uitgewisseld. Ik wacht met smart op de eerste reacties op wortelenstamp – al zal ik daar even op moeten wachten, want ik heb ze ook verteld dat je dit pas in de winter eet. Ik heb ze ook gezegd dat ik ze vergeef als ze moeten kotsen.
#60. ‘Alles komt goed. Zo niet, dan toch.’ – Ik weet niet eens waar deze spreuk vandaan komt, maar ik geloof er steeds meer in. Morgen krijg ik mijn eerste cijfer terug en voor het eerst in de geschiedenis van mijn bestaan maak ik me er geen zorgen om. Niet omdat ik zogenaamd zeker weet dat het wel goed zal zijn, maar meer omdat ik de instelling heb: ach, mocht het niet goed genoeg zijn, dan doe ik het toch over? Natuurlijk zal ik teleurgesteld zijn bij een onvoldoende (we gaan er niet vanuit!), maar ik zal het mezelf niet kwalijk nemen. En dat is een hele grote overwinning. Ik heb mijn best gedaan, mijn Duits is natuurlijk niet op het niveau van mijn medestudenten (en dat zal het ook nooit zijn), dus het is zoals het is.